Een dier, een nacht, een schreeuw
Nederlandse Cobra-kunstenaars uit de collectie
tentoonstelling
De tentoonstelling Een dier, een nacht, een schreeuw toont werken van Nederlandse Cobra-kunstenaars vanaf eind jaren veertig tot midden jaren vijftig uit de vaste collectie van het Cobra Museum en werken in langdurige bruikleen.
In de nasleep van de onderdrukking en ontberingen van de Tweede Wereldoorlog verlangen de Nederlandse Cobra-kunstenaars naar artistieke en geestelijke vrijheid, spontaniteit en vernieuwing. Zij laten zich inspireren door kunstvormen die zich buiten de academische traditie bevinden, zoals tekeningen gemaakt door kinderen, volkskunst en outsider art en experimenteren met nieuwe materialen en vormen. Ook al zijn ze er niet op uit om in één stijl te werken, ontstaat er desondanks een Cobra wereld met voorstellingen van bonte vogels, fabelwezens, mensen en hemellichamen. Constant formuleerde het als volgt: ‘Een schilderij is niet een bouwsel van kleuren en lijnen, maar een dier, een nacht, een schreeuw, een mens of dat alles samen.’
De naam van de Cobra-beweging (1948-1951) staat voor de samenstelling van de steden Copenhague, Bruxelles en Amsterdam, waar veel van de kunstenaars wonen. Tot de Nederlandse leden behoren o.a. Karel Appel, Corneille, Constant, Jan Nieuwenhuijs, Anton Rooskens, Theo Wolvecamp, Eugène Brands en de dichter-schilder Lucebert. Deze jonge kunstenaars hebben behoefte aan uitwisseling en interactie met buitenlandse geestverwanten. Wanneer Appel, Corneille en Constant in 1948 in Denemarken zijn, voelen zij direct verwantschap in mentaliteit met de Deense kunstenaars en een gedeelde belangstelling voor experiment, volkskunst en spontane uitingen. Werk van deze Deense kunstenaars is momenteel te zien op de eerste verdieping van het museum. Binnen de beweging is er naast eensgezindheid ook sprake van tegenstellingen en verschil van mening tussen de leden onderling. Ondanks de verschillen werkt het gedachtengoed en de vitaliteit van Cobra nog lang door.