De Deense kunstenaar Jakob Kolding (Denemarken, 1971) presenteert Corbulations, een nieuw werk dat hij in reactie op de tentoonstelling Le Corbusier’s vierde dimensie ontwikkelde. Kolding selecteerde werk van Le Corbusier en van verschillende CoBrA-kunstenaars uit de collectie van het museum en brengt dat samen met zijn eigen collages en cut-outs in de installatie Corbulations.
Op verzoek van het Cobra Museum presenteert de Deense kunstenaar Jakob Kolding (Denemarken, 1971, woont en werkt in Berlijn) Corbulations, een nieuw werk dat hij in reactie op de tentoonstelling ontwikkelde. Corbulations maakt optimaal gebruik van verschillende posities binnen de tentoonstelling: tussen het werk van Le Corbusier, het werk van de CoBrA-kunstenaars en het perspectief van de kunstenaar zelf.
In Corbulations worden deze posities uitgespeeld in het door Kolding gemaakte tentoonstellingsontwerp. Hierin zijn werken van Le Corbusier (variërend van schilderijen tot tapijten, sculpturen en tekeningen) en van CoBrA samengebracht. Deze worden gecombineerd met een reeks nieuwe collages en cut-out figuren van Kolding, die een relatie aangaan met elkaar, de andere tentoongestelde werken en uiteraard met de tentoonstellingsbezoeker. Het werk is in verschillende thema’s verdeeld. Het begin en het eind van de tentoonstelling worden letterlijk gemarkeerd door het thema architectuur. Twee andere thema’s zijn het menselijk lichaam en ‘plan’ en ‘spel’.
Koldings werk is gebaseerd op de collage-methode in de ruimste zin van het woord. Vaak maakt hij constellaties van objecten (hij noemt die zelf ruimtelijke collages) waarin het sociale, fysieke, psychologische en politieke onlosmakelijke onderdelen in een geheel vormen.
Kolding heeft altijd een grote interesse in moderne architectuur gehad: “In zekere zin ben in letterlijk opgegroeid tussen Le Corbusier – zonder wie een voorstad als Albertslund ondenkbaar was geweest – en Asger Jorn en Cobra – in de vorm van posters in het huis uit mijn kindertijd. Tussen het plan en de dérive. Deze twee posities hebben mij sterk beïnvloed tijdens het volwassen worden en zijn later in mijn werk doorgesijpeld. Hoewel ze vaak als tegengestelde posities worden gepresenteerd maken ze natuurlijk deel uit van elkaar. Je kunt geen plan hebben zonder het echte leven, zonder spel, zoals zowel Le Corbusier als Asger Jorn heel goed wisten, zelfs al benaderden ze dit heel verschillend, misschien zelfs vanuit tegenovergestelde richtingen.”