“Jennifer Tee toont zich al jaren een uniek multi-talent, dat zich met schijnbaar even groot gemak stort op het maken van een diepzinnige choreografie als een omvangrijke hangsculptuur. Opvallend daarbij is dat hoe coherent en gelaagd haar werk ook is, het toch toegankelijk blijft voor een breed publiek.” Saskia van Kampen, conservator bij Museum Boijmans Van Beuningen
De tentoonstelling, onderdeel van de Cobra Kunstprijs Amstelveen, The Soul in Limbo* is het eerste museale overzicht van het werk van Tee in Nederland. Aan de hand van de thema’s ‘Taal’, ‘Choreografie’ en ‘Occult Geometry’ wordt terug gekeken op de ontwikkelingen in haar werk van de afgelopen 10 jaar en worden nieuwe lijnen uitgelegd naar de toekomst van haar werk. In iedere sectie zijn elementen uit eerdere installaties van Tee ondergebracht, waaronder banieren, keramieken vazen, bollen en maskers, fotografie, sculpturen, gebreide vloervormen en diagrammen.
*De titel van de tentoonstelling is ontleend aan de uitspraak ‘I am the soul in limbo’, een uitspraak van de hoofdpersoon Nadja in de gelijknamige roman van André Breton.
De tentoonstelling The Soul in Limbo is het eerste museale overzicht van het werk van Jennifer Tee in Nederland.
Het werk van Jennifer Tee neemt zeer uiteenlopende vormen aan: van bijna onmogelijk te vervaardigen keramiek, tot hand gebreide vloerkleden. Van bamboebogen die in een fragiele balans zweven tot aan complexe performances. Samenwerkingen met anderen (kunstenaars, grafisch ontwerpers, choreografen) en de omgeving waarin een werk ontstaat spelen daarbij een belangrijke rol. Zo onderzoekt Tee op geheel eigentijdse wijze de veranderlijkheid en complexiteit van het culturen die voortdurend in elkaar overlopen. In haar werk probeert ze terugkerende thema’s binnen de westerse cultuur en kunstgeschiedenis te vangen, te reactiveren en te doordringen met oosterse filosofie.
Geschreven, gesproken en gezongen taal vormen een terugkerend aspect in een groot deel van Tee’s werk. De op taal gebaseerde performances maken dan ook een belangrijk deel uit van haar oeuvre. Tee’s interesse in geschreven taal mondde uit in een onderzoek naar Egyptische hiërogliefen tekens en Chinese kalligrafie – beiden vormen waarbij tekst en tekens verwantschap tonen met choreografie. In het verlengde hiervan hebben de performances zich steeds meer ontwikkeld tot speciaal ontworpen choreografieën.
Tijdens de tentoonstelling zijn een drietal nieuwe performances/choreografieën uitgevoerd. What Men Knew Nothing About, Concrete Interior (met Miri Lee) en The Oracle Club, a reading from Marcel Proust’s Swann’s Way.