Jacques Doucet begon tijdens de Tweede Wereldoorlog met schilderen, maar volgde nooit een kunstopleiding. Toen hij door de Duitse overheersers werd aangehouden vanwege zijn lidmaatschap bij verboden Communistische organisaties, veinsde hij geestesziekte. Daarop werd hij gevangen gezet in een inrichting voor psychiatrische patiënten. In 1947 ontmoette Doucet Corneille in Boedapest en kwam in contact met de Experimentele Groep in Holland. Corneille was meteen onder de indruk van het werk van de 23-jarige Doucet, die al vóór Cobra geïnspireerd was door volkskunst, primitieve’ kunst, kindertekeningen en graffiti.